1. Bassdrum: de leider van het drumstel. De bassdrum geeft de maat en het tempo aan met zijn lage, doffe klank. Zonder bassdrum heb je geen basis die een leidraad vormt in je muziek. Hierbij gebruikt men de rechtervoet om op een pedaal te 'trappen'. Vervolgens wordt het vel aangeslaan. Hoe harder je trapt, hoe krachtiger en luider natuurlijk.

2. Floortom: de naam zegt het zelf; deze trommel staat op de vloer. Hij heeft een hogere klank dan de bassdrum en wordt bespeeld met de rechterhand (want hij staat rechts van je).

3. Snaredrum: dit is een specialer geval. Het is een trommel die, zoals de floortom, apart staat van het drumstel. Het heeft geen vellen zoals de andere drums, want hier vind je onderaan de vellen een 10-tal rijen met ijzeren 'snaren' die aan elkaar vast hangen over de diameter van de trommel.
Ze geven een speciale klank aan het drumstel, die je vast wel kent van marcherende trommelkorpsen. De snare wordt heel vaak gebruikt voor catchy, dansbare ritmes enz.

4. Tomtoms: hierin bestaan de high-, mid- en lowtom. Op dit drumstel vind je er maar 2, professionals gaan meerdere toms gebruiken. Naarmate de vellen meer of minder aangespand zijn krijg je een hogere of lagere klank. Er bestaan witte, zwarte, doorzichtige vellen...

5. Hi-hat: de hi-hat bestaat uit 2 cymbalen die op elkaar toegedrukt kunnen worden. Dit gebeurt door middel van een ander pedaaltje, dat met de linkervoet wordt gehanteerd. De klank is rijker als je op een open hi-hat slaat, en als ze toe is hoor je enkel de 'tik' op de bovenkant van de cymbalen.

6. Crash- en ridecymbals: Rechts op de foto zie je de crash (de kleinste), die een soort 'splash'-klank heeft. De ridecymbal heeft een kortere, harde klank.